De wet DBA
De wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) is een wet die er is om zelfstandige ondernemers (zzp’ers) en opdrachtgevers meer duidelijkheid te geven over hun arbeidsrelatie. Het doel van de wet is om schijnzelfstandigheid te voorkomen, die optreedt wanneer iemand werkt als een ondernemer, maar in feite in loondienst is. Samen met de opdrachtgever is de persoon die de opdracht aanneemt verantwoordelijk voor de werkrelatie die zij aangaan. Met behulp van een modelovereenkomst en een stroomschema van de Belastingdienst, kun je nagaan of je als werknemer of als zelfstandige ondernemer werkt.
De Belastingdienst heeft verschillende modelovereenkomsten beschikbaar voor de meest voorkomende situaties. Zzp’ers en opdrachtgevers kunnen samen beslissen welke modelovereenkomst het beste bij hun situatie past. Het gebruik van een modelovereenkomst is niet verplicht, maar biedt wel meer duidelijkheid. Als de Belastingdienst iemand beschouwt als een schijnzelfstandige, lopen zowel de opdrachtgever als de zzp’er het risico op een naheffingsaanslag, boete en het verlies van mogelijke fiscale voordelen.
Momenteel wordt de wet DBA niet volledig gehandhaafd door de overheid, maar de Belastingdienst zal corrigerend optreden wanneer de opdrachtgever kwaadwillend is of de gegeven aanwijzingen niet opvolgt. Er wordt verwacht dat er in 2025 een nieuwe wet voor zelfstandigen en opdrachtgevers in werking zal treden, die een gelijk speelveld creëert tussen zelfstandigen en werknemers in loondienst en meer duidelijkheid biedt over wanneer iemand werkt als werknemer en wanneer als zelfstandige. Bovendien zal de handhaving op schijnzelfstandigheid verbeteren.
Een modelovereenkomst is vijf jaar geldig na goedkeuring door de Belastingdienst en vermeldt de geldigheidsdatum. Als een modelovereenkomst verloopt, biedt het opnieuw gebruiken ervan geen zekerheid meer en is deze niet meer beschikbaar op de site van de Belastingdienst.
In het kort:
Het kabinet probeert het grijze gebied tussen zzp’er en werknemer te verkleinen door de regelgeving rondom de beoordeling van arbeidsrelaties te verduidelijken en hiermee duidelijkheid te creëren in de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Wanneer is iemand een zzp’er en wanneer een werknemer? Er wordt ingezet op een verheldering van het begrip ‘gezag’, door naast instructiebevoegdheid en toezicht (materiaal gezag) ook te kijken naar de vraag of werk organisatorisch is ingebed. Wanneer er sprake is van ondernemerschap bij een werkende kan dit als kenmerk meewegen bij het kwalificeren van de arbeidsrelatie. Daarnaast werkt het kabinet aan een civielrechtelijk rechtsvermoeden van arbeidsovereenkomst, gekoppeld aan een uurtarief, zoals ook voorgesteld in het SER MLT-advies. Dit rechtsvermoeden is vooral gericht op werkenden met een minder goede onderhandelingspositie. Het conceptvoorstel wordt in de zomer 2023 verwacht. Begin 2024 moet het definitieve wetsvoorstel klaar zijn, welke vanaf 1 januari 2025 daadwerkelijk in werking gaat.
